Zoals aangekondigd is de Zagaros Pass er eentje om niet snel te vergeten. Op een gravelweg met losliggende stenen, bulten en gaten, modder, en zelfs nog plakken ijs, banen we onze weg naar de volgende vallei. Gelukkig is er net een tractor voor ons die de weg vrijmaakt van de sneeuwverzakking die eerder deze maand plaatsvond. De tijd nemen om van het prachtige landschap met gletsjers en bergtoppen boven de 4500 m te genieten, doen we deze keer naast onze fiets, anders liggen we er gegarandeerd vanaf! Na 30 km lang te MTBen op een fiets zonder suspensie, zijn onze knieën en rug heel dankbaar wanneer we ons terug op asfalt begeven. Brood en cola vinden we bij een klein huisje met een luikje dat uitgeeft op de weg, bij een vrouwtje die eerst wilt weten of we geen corona hebben. Triest om te zien wat voor angst deze pandemie veroorzaakt heeft, tot op de meest afgelegen plekken in de wereld. We zetten onze tent op naast de rivier, omgeven door zeker 10 stieren, wassen ons met water dat zo rijk is in ijzer dat we er niet van kunnen drinken, en komen ‘s avonds met z’n allen terug de tent uit om 2 gloeikevers te zien paren. De natuur in al haar pracht en praal!
Op onze weg naar Kutaisi komen we wel 15 watervallen tegen. In een dorp tappen ze het water van een bergrivier af om een groot gat naast de weg om te toveren tot een natuurlijk zwembad. We zien een jongetje van 8 zijn halsketting met houten kruis een kusje geven alvorens in het water te duiken, wat getuigt van de sterke aanwezigheid van de Georgische tak van het Orthodox Christendom (over het patriarchaat dat het bestuurt, hebben we in Tbilisi een mooiere anekdote). We zeggen gedag aan onze Zuid-Koreaanse vriend Duho die een andere route neemt, waardoor we terug met z’n 4en verder de bergen trotseren. Deze keer een prachtige zig-zag klim van 500 D+ en direct daarna een even steile afdaling als beloning. Onze tent zetten we deze keer op op een verlaten voetbalveld, ookal hebben we eerder de indruk dat we in de dierentuin zijn beland. We krijgen bezoek van tientallen paarden, een paar vetgemeste varkens en een 15tal koeien, alsook een woeffie die ons gezelschap houdt voor de avond, nacht en ochtend. Het feit dat ik haar wintervacht heb weg geplukt speelt daarbij misschien een rol, maar ik kon het mij niet laten: bij 40 °C wilt toch niemand een winterjas aan! De dierentuin vormt zich de volgende dag om tot insectenparadijs. Al fietsend eet ik wel 4 vliegen op, crashen er een tiental tegen mijn bril en probeer ik de vijftigtal (ik overdrijf niet) muggenbeten die ik de voorbije dagen heb opgelopen open te krabben. Tim heeft het ook niet getroffen en wordt onderweg gestoken door een wesp. Direct een antihistaminicum en wat cortisone om de zwelling van zijn allergische reactie te verminderen. Werkt maar half, waardoor hij de volgende dag opstaat met een gezwollen oog (liever van een wespensteek dan van een gevecht met een struize Georg- ja, alle mannen heten hier Georg). De cortisone daarentegen heeft hem wel een boost gegeven om ons peloton van 4 vooruit te trekken tot in Kutaisi. Daar trakteren we ons op een warme wafel met een kloetsj warme confituur, een ijsje, en om te eindigen een restaurantje met typisch Georgiaans eten. In de champignon dumplings had de kok helaas de pot zout laten vallen waardoor we tijdens de nacht snakken naar water en de volgende ochtend serieus gedehydrateerd opstaan. De dehydratatie komt niet door te veel alcohol, geloof mij maar, ookal had dat best het geval kunnen zijn door de 3 flessen zelfgebrouwen sterke drank die we op geen 5 minuten door 3 verschillende families aangeboden kregen in de rijke achterbuurt van Kutaisi. Een van de mannen liet ons trouwens heel trots de DDR tattoo op zijn rechter bovenarm zien, getuige van zijn legerdienst in Duitsland toendertijd. Onmogelijk om de 3 flessen alcohol te weigeren, en opdrinken was ook geen optie. Dan maar zoals de locals: sterke drank neerzetten bij de kleine herdenkingskapelletjes langs de weg. Elke keer je voorbij rijdt en je de persoon kent die er overleden is, stop je en neem je een shotje chacha. Kwestie van een paar kilometer verder zelf in de berm te liggen… Sommige gewoontes zijn toch niet uit te leggen…
De volgende dagen rijden we op prachtige, afgelegen wegen, vaak langs wilde rivieren die de perfecte verfrissing bieden voor het warme weer. Helaas heb ik onderweg 2x pech, geen fietspech maar wel lompheids-pech (zelfs als dit woord niet bestaat, snappen jullie wel wat ik bedoel). Na 8 km fietsen besef ik dat mijn fietsslot bij de kampeerplek van mijn fiets is gevallen, waardoor mij een aller-retourtje te wachten staat. De mannen van het tankstation waar we de gasfles van ons kampeervuur gevuld hebben, zien mij tot hun grote vreugde dus 3x passeren. Iets later vliegt mijn short, die ik had gewassen in de rivier en te drogen had gelegd op de stenen erlangs, weg. Niet meer terug te vinden. Gelukkig had Aline nog een extra chill-broek in petto, maar ik zal de short toch missen, vooral door de hoge emotionele waarde van alle mooie loopmomenten die ik erin heb beleefd. Maar lang treuren is onmogelijk in zo een mooie omgeving, eveneens dankzij de lokale bakker die in zijn tandoor hangt om lavaş en lobiani te bakken!
In Sairme, een recent gerenoveerd toeristisch spa-oord (waar je een dokter moet consulteren om te weten of je het bronwater, dat een enorm hoog ijzergehalte bevat, wel mag drinken), staat ons de verassing van de week te wachten: verse chocoladekoeken en croissants! We moeten toegeven dat ze niet even lekker zijn als in België of Frankrijk, maar toch, een beetje ‘thuis’ op reis doet altijd plezier. We zetten die avond de tent op in een dens bos, ver weg van de hotelresorts, en laden onze batterijen op voor een klim van 20 km en 1400 D+ op een onverharde weg die ons de volgende ochtend te wachten staat. Ongelofelijk hoe sterk we zijn geworden sinds vorige zomer (al zeg ik het zelf)! Het gaat als een fluitje van een cent. De uitzichten zijn hier typisch Georgiaans: hoge bergen, oneindige weilanden, hier en daar een huisje en een koetje. De moeite! Aan de top komen de mist en de wolken opzetten waardoor we geen meter voor ons zien. Niet ideaal voor een afdaling op stenen en keien en af en toe een glibberige slang. Tim deelt deze mening niet en onder het motto ‘een ideaal moment bestaat niet’ beslist hij om mij een snel-cursus achterwiel dérappage te geven. We komen gelukkig heelhuids aan in Untsa, waar we ‘s avonds bij een prachtige ondergaande zon frisbeeën met een aantal nieuwsgierige kindjes.
Vanaf Aspindza is de hitte onhoudbaar: 43 °C (en niet 36.6 °C: de naam van de apotheek waarop het thermometerbord hing) ! Aline lijdt hier het meeste onder en haar gezondheid gaat bergaf, om in fietstermen te blijven spreken. We zijn genoodzaakt een rustdag te houden om haar te laten herstellen. Kleren en onszelf wassen in de rivier, heerlijk! Maar de hitte heeft ons ook te pakken. ‘s Avonds liggen we met z’n allen met barstende hoofdpijn in de tent. Gelukkig is die de volgende dag weg en kunnen we onze rit verder zetten naar Vardzia, gekend om haar Middeleeuws troglodytisch klooster dat momenteel nog steeds bewoond is door enkele paters. Het ligt in een prachtige vallei, omgeven door hoge droge plateaus, met hier en daar cipressen. We voelen ons terug een beetje in Turkije, wat ook geen wonder is aangezien we maar 50 km verwijderd zijn van de grens die we 2 weken geleden hadden willen oversteken. We eten ‘s middags in een lokaal restaurantje waar er tegelijkertijd een feest aan de gang is van 20 vrouwen, die op up-beat Georgiaanse muziek staan te shaken met een vleesbrochette in de hand. Wat een zicht! Het bezoek aan het klooster, uitgehouwen uit een stenen wand, is de moeite, met prachtige fresco’s, een stenen kapel, en zelfs een waterbron verscholen in het oneindige gangencomplex. Terwijl ik ‘s avonds al lig te snorren, laat Tim zijn patriotisme naar boven komen en kijkt tot midden in de nacht naar de winst van de Rode Duivels op het EK.
We zetten koers richting Lake Paravani, waarvoor we het plateau op fietsen, en ons plots in een totaal andere omgeving bevinden: groene velden, bloemen links en rechts, hier en daar zelfs een paar dennenbomen. De open vlakte zorgt voor heel wat tegenwind dat een zwaar onweer doet naderen. We kunnen ons nog net verschuilen in een klein huisje iets verder dan Abuli vooraleer de hel los breekt. Bliksemschichten snel gevolgd door donder, het was heel dichtbij. Op zo een momenten ben je zo dankbaar om onder een afdak te kunnen schuilen. Onze MTB skills worden de volgende dag nogmaals uitgedaagd om tot het meer te geraken. De desolate rolling hills met pieken op 3000 m die ons omgeven, doen ons dromen van Mongolië. Wilde paarden, troepen schapen en hier en daar een koe van Armeense (semi-)nomaden, veel meer dan dat was er niet te zien. Het meer zelf, dat in de winter trouwens volledig bevriest, is minder de moeite dan we hadden gedacht. We fietsen dus gestaag verder tot een tweede meer iets verder op, nog steeds op 2200 m boven zeeniveau. Daar barst opnieuw een onweer los. Deze keer kunnen we schuilen in een veeboerderij in het dorpje Santa, gesponsord door US AID en duidelijk de grootste werkgever in het dorp van misschien 20 huizen. We mogen er onze tent opzetten, maar dat was niet het beste plan voor goede nachtrust. Vechtende stieren, schreeuwende boeren, horizontale regen en blaffende honden zorgen voor zeer variërende nachtelijke achtergrond muziek. Tim en Florian hadden misschien toch de ganja moeten aanvaarden die ze eerder die avond aangeboden kregen. Too bad!
Op 100 km van Tbilisi, waar onze fietstocht in Georgië eindigt, komen we 3 puppies tegen langs de weg die mijn hart doen smelten. Tim had ze gespot langs de weg en weet ondertussen dat hij dan enkel ‘puppies’ moet roepen vooraleer ik van mijn fiets spring. Deze 3 waren zo schattig dat ik mama heb gebeld om te vragen of ze er geen wou voor thuis. Ik had er met plezier eentje in mijn fietszak gestoken, maar mama’s rationele mindset zei dat het voor te veel logistieke problemen zou zorgen. Gevaarlijk om dat als tegenargument te kiezen, mama, want de logistiek wordt er alleen maar gemakkelijker op nu we koers zetten richting Europa!
De laatste fietsdag in Georgië zullen we niet snel vergeten: een heus MTB parcours met stukken van 17% (zowel naar boven als naar beneden), op stenen, door modder en zand (en een onverwachte passage langs een kerkje). Na een paar hike-a-bike stukken en een paar angstkreten staat ons nog een klim te wachten van gemiddeld 12%, vooraleer we terug in de bewoonde wereld van de hoofdstad komen in de blakende hitte. We rijden Tbilisi binnen vanop het plateau, waardoor we verwelkomd worden met een prachtig uitzicht over de stad. Tijd om uit te rusten en wat cultuur op te snuiven!
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.