Ons avontuur in Roemenië begint in Brasov, een prachtig Middeleeuws stadje met rebelse trekken dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de afzetting van de communistische dictator Nicolae Ceauşescu. Op het stadsplein trakteren we onszelf op een heerlijk restaurantje onder de blakende zon. Helaas zal dit de eerste en direct ook de laatste keer zijn dat de Roemeense keuken ons positief kan verassen. De vettige polenta met room en kaas, de slecht gebakken frieten en de flauwe (diepvries)groentensoep staan ons op dat moment nog te wachten. We bezoeken het oude stadscentrum met de fiets en aanschouwen de perfect geconserveerde fresco’s daterend uit de 16e eeuw in de bekende Black Church. Een tussenstop bij een outdoor winkel net voor sluitingstijd laat ons toe om op de valreep 2 “bear bells” te kopen want er is ons gezegd dat er bruine beren wonen in de Karpaten waar we de komende 10 dagen door zullen fietsen.
Iets meer gerustgesteld start onze fietstoer in deze regio die ook wel Transylvanie wordt genoemd en waarin de zogenaamde Transylvanische Saksen zich lange tijd geleden hebben gesetteld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we ons soms in Bavaria lijken te begeven, met schattige kleine huisjes en hun kleurrijke en met hout afgewerkte gevels. Wanneer we ‘s ochtends een mevrouw aanspreken die voor haar huis de straatwerken aan het aanschouwen is, worden we direct uitgenodigd om binnen een fris glas water te komen drinken. De binnenkoer ligt vol met betonblokken die haar man nog met de hand maakt. Het water dat we geserveerd krijgen komt uit een onderliggende waterput en de ajuinen die we meekrijgen heeft ze voor onze ogen geplukt uit haar perfect onderhouden moestuin. Ze is hier gelukkiger dan in Duitsland, vertelt ze ons in het perfect Duits. Ze heef er 30 jaar gewerkt als thuishulp maar is nu zeer tevreden om terug in haar geboorteland te zijn, waar ze zo goed als autonoom kan leven en de zon haar elke dag vergezelt. We kunnen haar geen ongelijk geven ! Deze ontmoeting is er een van de 4 op deze bijzonder rijke dag aan sociale interactie. Aan de voet van het kasteel van Rupea, dat uitkijkt over gans de vallei en we dus reeds sinds meerdere tientallen kilometers zien liggen, installeren we ons in het stadspark in de hoop er een dutje te doen, maar uiteindelijk geraken we aan de praat met twee vrouwen die op een bankje een ijsje zitten te eten en in het Spaans onze fietsen aan het bespreken zijn. De Colombiaanse grootmoeder is op bezoek bij haar Roemeense schoondochter en haar kleinkinderen en vertelt ons in het fantastisch latino Spaans (met bijbehorende expressieve gestes) over Colombia en de moeilijke situatie die het land nu meemaakt. Ze zijn allebei vol bewondering voor ons fietsavontuur. Ondertussen worden we geëntertaind door het jongetje van een jaar of 6 die op een veel te grote fiets in de struiken beland, waarschijnlijk in een poging ons te imponeren. Maak u geen zorgen, little one, dat overkomt de beste! De schoondochter praat perfect Amerikaans, het resultaat van haar studies in de VS, en voedt haar kinderen dus tweetalig op. Super fijn ook voor ons om in het Spaans met hen te kunnen communiceren. Dat gaat momenteel toch nog net iets vlotter dan in het Duits, ook al doen we serieus ons best wanneer we een koppel van een jaar of 60 tegenkomen, al aperitievend op de parking van het kasteel voor hun campervan. Deze mensen stralen zo een joie de vivre uit en zijn zo enthousiast over onze fietsreis dat het plots niet meer uitmaakt of het der, die of das Fahrrad is. Ze zijn zelf jaren geleden ook in Turkije geweest en delen onze mening over de ongelofelijke Turkse gastvrijheid en vriendelijkheid. Ze raden ons het dorpje Viscri sterk aan en dus zetten we bij ondergaande zon tussen de maïsvelden koers richting de gefortifieerde kerk (blijkbaar “weerkerk” in het correct Nederlands), origineel gebouwd in 1100 en momenteel ook UNESCO werelderfgoed. Grappig weetje: Prince Charles bezit er blijkbaar een oude boerderij en heeft de renovatie van een heel aantal huizen in het dorp gesponsord waardoor sommige er zo goed als nieuw uitzien. Hij heeft ook een stokje gestoken voor het bouwen van een Best Western Hotel om de steeds grotere aantallen toeristen die deze regio in Roemenië komen bezoeken te herbergen. Goed gedaan Charly!
Eenmaal aangekomen in de enige straat die het dorp rijk is, is het op zoek gaan naar eten. We hadden de grootte en ontwikkeling van dit dorp wat overschat waardoor we minder makkelijk voedsel vinden dan eerst gedacht. Uiteindelijk kloppen we aan op de grote houten poort van Ramona, die vanzelf open gaat en we ons dus welkom geheten voelen om over de koer verder het domein op te lopen. We horen geklingel van bestek en borden en zien een groep van 8 vrouwen zitten in het “restaurantje”. Eigenlijk is het gesloten, maar we krijgen er toch een lekker 3 gangen menu met zelf gebrouwen (naar mijn mening zeer zure) huiswijn. Uiteindelijk komt een van de andere gasten naar ons toe en vraagt van waar we komen. “Belgium” en dan is het antwoord “Tis toch niet waar hé, ik dacht het wel”, maar dan met een Kempisch accent! 4 van de 8 toffe dames komen uit het Antwerpse (of mag ik dat nu net niet zeggen ?) en zijn hier op vakantie te paard. We brengen samen de avond door op het grasperkje buiten en delen anekdotes van onze reis. Wat een toeval en wat een gezelligheid! Ramona is zo vriendelijk om ons de tent te laten opzetten in haar tuin, waardoor we in volledige rust, weliswaar met een paar grazende paarden naast ons en een ronkende zwaarlijvige hond die Poeffie heet, in slaap vallen na deze intense dag aan waardevolle ontmoetingen.
De volgende dag is het meer dan 35 graden en banen we ons een weg door de Transylvanische bossen op weg naar Sighişoara. 47 km mountainbiken met een fiets van 40 kilo bij deze temperaturen is een uitdaging; ik kan het jullie verzekeren. Maar de ongerepte bossen, de uitgestrekte weides met schapen en de prachtige uitzichten over dit heuvelachtig landschap doen ons weer maar eens beseffen wat voor mooie plekjes er op deze aardbol zijn. En op dat moment weten we nog niet dat we een aantal uur later in een zwembad kunnen plonsen! De eerste keer sinds het begin van deze reis. Quel bonheur! We kunnen niet anders dan op deze camping een rustdag inlassen. Een boek lezen in het zonnetje met de voetjes in het water, het kan toch zo een deugd doen. Ook vanuit een fysiek standpunt was het een goed plan om onze benen een dag rust te gunnen, want de komende 4 dagen zullen onze quadriceps en kuiten niet snel vergeten.
Vanuit Sighişoara zetten we koers richting Biertan, met een tussenstop in Criş, waar we lunchen op de binnenplaats van het Kasteel van Bethlen, gebouwd in de Renaissance. Het MTBen wordt er met de kilometer zwaarder op, met hellingen van meer dan 9% en paden die geen paden lijken te zijn. Er is hier waarschijnlijk geen enkele toerist geweest in het voorbije jaar waardoor we ons zelf een weg moeten banen door de dichtgegroeide bosweggetjes. Maar opnieuw, wat een prachtige regio! Het frisse Ursus biertje (van “Ursu”, beer in het Roemeens) dat we geserveerd krijgen aan de ingang van het imposante Kasteel van Biertan is een voorsmaakje van wilde viervoeters die ons pad nog zullen kruisen.
Aangemoedigd door de vriendelijke bună ziua’s van de locals, rijden we verder langs allemaal even charmante Middeleeuwse dorpjes met onverharde wegen waarlangs nog authentieke waterputten staan. Hier zijn de grondwaterreservoirs nog toegankelijk… In Carta, na een dubieuze oversteek op een slingerende passerelle (dank u Komoot), houden we halt bij een klooster van de Orde der Cisterciënzers. De pastoor vindt het wel OK dat we er in de tuin onze tent opzetten, en zodoende kunnen we genieten van een prachtig uitzicht over dit monumentaal gebouw met alleenstaande gevel met cirkelvormige opening waar vroeger een prachtige rosette zou hebben ingezeten.
En dan…. tromgeroffel …. zijn we de bergweg Transfağaraşan opgeklommen. 1700 D+ op 38 km. Afzien! Zonder enige twijfel de zwaarste klim die we tot nu toe gedaan hebben. Maar wat voor eentje! Deze route loopt dwars door het Fağaraş gebergte en werd gebouwd in de jaren ’70 door Ceauşescu voor militaire doeleinden. De haarspeldbochten op de DN7C zorgen voor spectaculaire, op een kartingbaan lijkende, uitzichten. We maken een kleine tussenpauze om ons energiepeil terug op te krikken met een langos (een soort dikke gefrituurde broodachtige pannenkoek met room en kaas) en een kurtoscalacs (een zoet gebak in de vorm van een schoorsteen met suiker en kaneel). Tijdens onze klim worden we aangemoedigd door de vele toeristen uit alle uithoeken van Europa. Ik denk dat we zo goed als alle nummerplaten hebben zien passeren. De aanmoedigingen waren zo leuk en motiverend dat het soms leek alsof we meededen aan een evenement en iedereen ons naar de finish wou trekken. Een moment om niet snel te vergeten! En bovenaan was de vreugde natuurlijk overweldigend, de uitzichten prachtig en de afdaling fantastisch. Wat een ontdekking, dit land.
We zijn net op tijd om onze tent op te zetten voor een zware regenstorm de regio teistert. Het regent de pannen van het dak en ook de volgende dag worden we meermaals uitgeregend. Maar daar merken we eigenlijk weinig van omdat al onze concentratie gaat naar het spotten van beren. Gelukkig zijn de mensen in de auto’s ons voor en worden we gewaarschuwd dat er een beer langs de weg zit. URSU URSU schreeuwen ze ons toe. En wat moet je dan doen als fietser? Het is een understatement om te zeggen dat je je klein en kwetsbaar voelt op je fietsje wanneer je op geen 5 meter verwijderd bent van een beer die naar je zit te staren langs de kant van de weg. Gelukkig waren de auto’s zo vriendelijk om ons te escorteren, maar erg op ons gemak waren we toch niet. Uiteindelijk zien we er 4. En die bear bells, daar hebben we niks aan gehad en die hadden ons ook voor geen meter beschermd. Die beren hier zijn mensen zo gewoon geworden dat je eerder moet hopen dat ze geen honger hebben en ze je ongeïnteresseerd voorbij lopen. We vragen ons wel af hoe Roemenië en de EU zullen omgaan met deze steeds groter wordende berenpopulatie. Rondom het meer dat we zijn voorbijgefietst wonen er momenteel al 300 bruine viervoeters. Story to be continued.
In Curtea de Arges worden we gehost door Claudiu en Simona in een klein zelfgebouwd huisje met buitenkeuken en grote tuin. Een soort van plekje naar waar je kan ontsnappen als je het “gewone leven” beu bent. We hebben een toffe klik met dit koppel en spenderen de avond samen in de stad met een Roemeense pizza. In die van mij moet iets slechts hebben gezeten want de volgende dag ben ik K.O. Verplicht dus om een extra dagje rust te nemen. En ook de twee fietsdagen erna gaan moeizaam, met opnieuw heel wat hoogtemeters in de Karpaten. Ik denk dat we onze fysieke limiet op dat moment bereikt hadden. We grijpen nog een klein deeltje mee van een andere bekende route in Roemenië, de Transalpina. Deze keer zonder aanmoedigingen en beren. Er wacht ons nog een lange, graduele afdaling tot in Sebeş, waar we ons avontuur in Roemenië afsluiten. De natuur, de charmante Saksische huizen en Middeleeuwse kastelen en de beren zullen ons bijblijven. Als er iemand nog een vakantiebestemming zoekt voor volgende zomer: Transylvanië is een echte aanrader. Een van de zovele ontdekkingen van deze reis!
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.