Om van Italië naar Davos in Zwitserland te gaan, moeten we 3 bergpassen over: Passo dello Stelvio (2758 m), Pass dal Fuorn (2149 m) en Pass dal Flüela (2384 m). We nemen voor elke pas 1 dag zodat we Tim’s verjaardag kunnen vieren in het peperdure Davos. We vinden een pop-up campsite op de parking van een hotel die nog min of meer betaalbaar is, maar als we ons aanmelden aan de receptie krijgen we te horen dat tenten niet zijn toegelaten. Voor zover de logica achter deze plek een campsite te noemen… De receptioniste is alles behalve behulpzaam en weigert zelfs van ons te helpen door een andere camping te bellen. Hoe rijker de omgeving, hoe minder behulpzaam de mensen. Het is weer maar eens bevestigd. Uiteindelijk vraag ik hoeveel 1 nachtje op hotel ons zou kosten (het is tenslotte Tim zijn verjaardag) en krijg 243 euro als antwoord, voor de goedkoopste kamer. Wetende dat dit een kwart van ons maandbudget voor 2 is, druipen we af in de hoop van een goede ziel te vinden die ons wel verder wilt helpen. En deze goede ziel vinden we: Tania van WarmShowers, apotheekster van opleiding en MTBster in hart en nieren. Haar appartement straalt één en al avontuur uit: boekschappen gevuld met tientallen Lonely Planet gidsen, fotoboeken van vorige reizen, foto’s van oneindige uitzichten aan de muur, en overal post-its die ze schrijft aan en ontvangt van haar vriend. Ze is zo attent dat ze er zelfs eentje op een bierflesje in de koelkast plakt met “HAPPY BDAY Tim”. De quote “Home is where the Heart is” die in de living hangt, kende ik al wel langer, maar ik denk dat ik de betekenis ervan nu pas echt begrijp na 8 maanden op de fiets te hebben geleefd, met slechts 4 zakken en een tent, en mij nog nooit zo gelukkig te hebben gevoeld. Met uitzicht op de Alpen, de skipistes en MTB paden, laten we ons verwennen door een heerlijke moitié-moitié kaasfondue, gul gesponsord door het thuisfront. We vieren zo niet alleen Tim’s nieuwe levensjaar maar ook het einde van (part I) van ons B2B avontuur, want Tim neemt 2 dagen later de trein vanuit Bad Ragaz naar België. En het dagboek dat ik al die maanden heb bijgehouden, is net volgeschreven. Over timing gesproken!
We zeggen gedag op het perron en plots sta ik daar alleen, met mijn fiets in de hand en tranen in mijn ogen. Mijn nieuw contract begint in de herfst en terug gaan naar België wanneer ik nog langer kan rondreizen is geen optie, en dus scheiden onze wegen hier voor een paar maanden. Het is een understatement om te zeggen dat ik mij verloren en eenzaam heb gevoeld die eerste paar dagen. Ik was precies een schildpad die in haar schulp was gekropen. Normaal ben ik de eerste om mensen aan te spreken en een babbeltje te slaan of te vragen of we de tent mogen opzetten, maar toen ging dat allemaal wat minder vlotjes. Toch gek hoe je gedrag kan veranderen afhankelijk van hoe goed je je in je vel voelt. Gelukkig heeft de schildpad-episode niet lang geduurd en was de happy Rhea-schwung snel terug. Op mijn eerste nachtje alleen zet ik mijn tent op in de tuin van Constanza, die we onderweg hadden leren kennen en een PhD heeft aan Cambridge in klinische biologie. De interessante gesprekken over de covid crisis, maar eigenlijk vooral over de academische wereld en de ermee gepaard gaande druk en werkwijze hebben mij wel weer even aan het denken gezet over welke weg ik uit wil. Ze fiets de volgende dag een aantal kilometer mee, langs het naar haar genoemde meer, Lake Constance, van Oostenrijk tot in Duitsland. Zodoende kom ik op 2 dagen in 4 landen. Leve de EU en het vrij verkeer van personen! Een bezoek aan Lindau, met als schild een prachtige lindeboom waarnaar het eiland is vernoemd, doet me helemaal in Bavaria voelen. Ook de volgende dagen zal ik nog genoeg quadratische gevels en ajuinen-torentjes tegen komen. Mijn eerste poging om de tent op te zetten in de tuin van mensen faalt omwille van de meer gereserveerde houding van Duitsers (ja, in sommige veralgemeningen zit er dan misschien toch een grond van waarheid?). Maar uiteindelijk kom ik toch weer een paar goede zielen tegen die me in hun voortuin laten kamperen, en mij verwennen met Apfelschorle, een brandende kaars voor moest ik de weg kwijt zijn en ‘s ochtends zelfs een paar Brötchen. Zo een momenten zijn goud waard en geven mij hoop in de mensheid !
Vanuit Ravensburg zwoeg ik mij door een heuvelachtig landschap terug naar de Bodensee, met een tussenstop in het prachtige Meersburg, om zo richting Freiburg im Breisgau door het Zwarte Woud te fietsen. Een echte ontdekking voor mij, dit sparren- en dennenbos dat voor de Romeinen onheilspellend en ondoordringbaar was en blijkbaar bekend staat om de koekoeksklok (Schwarzwalduhr). In Freiburg verwen ik mezelf door een heerlijk stuk Küche op te smullen met mijn voetjes in de kanaaltjes met fris water die door de oude stad lopen, met uitzicht op de bekende Munster. Ik verblijf bij Julia en Sebastian, een WarmShowers koppel dat heel wat te vertellen heeft. Zij heeft al een aantal solo bike trips gemaakt door Alaska, Patagonia en Zweden, en hij is momenteel aan het trainen voor een Ironman. Zo een ontmoetingen zijn zo inspirerend en verrijkend en doen mij stiekem een beetje dromen. Ook wanneer ik de volgende dag terug op de fiets zit richting Zurich, heb ik een prachtige ontmoeting (fantastisch woord trouwens: ont-moeten) met een koppel van 82 en 85. Zij komen in volle zelfzekerheid een onverharde Waldweg afgereden die ik probeer op te geraken aan 5 km per uur met een hellingsgraad van 12%. Na mijn verhaal te hebben gedaan vraag ik uiteraard wat zij hier doen. De man antwoordt met een grote glimlach “Ik maak elke dag een fietstoer van 40 à 50 km rondom mijn woning, hier in het Zwarte Woud, samen met mijn vrouw. Ik weet niet of zij daar zo blij mee is, maar ik voel mij zo levend en vrij wanneer ik op de fiets zit!” En dan maakt hij een gebaar met twee armen in de lucht zoals Popeye. Zo een ontroerend moment. Voor deze mensen is een elektrische fiets zonder twijfel één van de mooiste uitvindingen van de 21e eeuw. De energie die ik kan voelen tijdens zo een ontmoeting kan zo overweldigend zijn en neemt bij mij direct de twijfel over het doel of nut van ons leven op deze aardbol weg. Wat een joie de vivre, zoals de Fransen het zo mooi kunnen zeggen.
Tijdens mijn aankomst in Zürich word ik voorbij gestoken door de ene Porsche, Mazeratti, Tesla, Lexus na de andere. Opeens zo een overdaad aan geld en m’as-tu-vu mentaliteit dat ik even moet slikken. Mijn waarden en de manier waarop ik mijn leven wil leiden liggen hier zo ver vanaf, dat ik bijna een drang voel om rechtsomkeer te maken en terug de natuur in te duiken. Maar ik weet heel goed waarom ik hier ben, en dat is om een van mijn beste vrienden te bezoeken. Ik ken Laurent al meer dan 14 jaar en word ook nu letterlijk en figuurlijk met open armen ontvangen. Het is onbeschrijfelijk fijn om ergens toe te komen en gewoon volledig jezelf te kunnen zijn, zonder beoordeeld te worden. De echte, open gesprekken die daaruit volgen zijn onschatbaar voor mij en mijn persoonlijke ontwikkeling, en zijn zoveel meer waard dan de oppervlakkige vluchtige babbeltjes. Ik weet het wel, il faut de tout pour faire un monde, maar toch, ik denk dat veel problemen in deze wereld zouden kunnen opgelost worden moesten we meer met elkaar in verbinding staan, en de tijd nemen om die verbinding tot stand te brengen. Zowel met onszelf als met de natuur als met de mensen om ons heen. Tot zover mijn filosofische gedachtegangen.
Van Zurich fiets ik richting Basel, en beslis ik om voor de eerste keer wild te kamperen, in een bos gelegen tussen de Jura en de Rhône. Ik voel me zelfzeker genoeg om hier de tent op te zetten, maar eenmaal ik erin lig en het buiten donker is, en er allerlei vreemde geluiden ontstaan, ben ik opeens niet meer zo rustig. Ver weg zijn er mensen aan het schreeuwen en zingen, druppels regen knetteren op het zeil van de tent, muizen of ratten of andere kleine dieren frutselen in bladeren. En dan, no kidding, botst er een everzwijn tegen mijn tent. Ik hoorde het beest al aan komen lopen maar dacht dat het vanzelf weg zou gaan, tot het gesnuffel opeens zo dichtbij kwam dat de tent ervan bewoog. Je zou voor minder geen oog dicht doen. Toch nog steeds liever een everzwijn dan een mens! In Basel wacht ik Stien, een oud volleybalgenootje, op. We gaan samen van Basel tot Bern fietsen, via de Lac de Neuchâtel. Hiervoor moeten we voor een deel door de Zwitserse Jura en dat zullen de beentjes van Stien, die het platte Limburg gewend zijn, niet snel vergeten. Maar eens een topsportmentaliteit, altijd een topsportmentaliteit! En zo klimmen we een aantal cols op die ons prachtige uitzichten gunnen over heuvelachtige landschappen met alle tinten groen die er bestaan. Geluk met slaapplekken vinden hebben we echter niet. De eerste nacht bestaat de camping die we online hebben gevonden niet meer, en zijn we genoodzaakt om de tent op te zetten naast een paar picnic bankjes terwijl we ons gaan wassen in een trog in het dorp. De tweede avond vergissen we ons van route en komen we aan in Saint Irmier in plaats van in La Chaux de Fond. Er is geen enkele hotelkamer meer vrij en campings hebben ze hier niet. Onze laatste hoop ligt bij de eigenaresse van een Italiaans restaurant. Ook zij heeft geen kamers meer ter beschikking boven het restaurant, maar ze nodigt uit om bij haar thuis te gaan slapen, in een van de appartementjes op het gelijkvloers. Het was niet echt een uitnodiging, blijkt later wanneer haar man ons 40 CHF vraagt per persoon. De uitdrukking op onze gezichten moet boekdelen gesproken hebben, want bij de eerste objectie heeft hij alles laten vallen en gezegd dat we gratis mochten verblijven. Als blijk van dank gaan we eten in het restaurant en dat was een schitterend idee. Heerlijke verse Italiaanse producten voor een doenbare prijs. Avond meer dan geslaagd!
De 3e dag staat ons nog een pittige klim, le Col des Pontins, te wachten. De lokale politieagenten zijn het blijkbaar niet gewend om 2 vrouwen met bagage een col op te zien klimmen en vragen bezorgd of alles wel oké is. Geen probleem zegt Stien, ik ben gewoon een beetje moe! Als beloning krijgen we een prachtige afdaling tot in Neuchâtel aangeboden, met zicht op het meer dat de naam van de stad draagt en omgeven wordt door hoge bergketens. Ook de stad zelf is prachtig, met een oud kasteel en kleurrijke straatjes. De zon is er vandaag wel bij en daar genieten we met volle teugen van door in het meer te gaan zwemmen. Happy momentje! Die avond hebben we wel geluk met de camping en worden we verwelkomd door locals die er in hun campervan de zomer doorbrengen. Met zicht op het meer koken we en staan we de volgende ochtend ook op voor een yoga sessietje. Bij ons vertrek komt er nog een schattig opa’tje naar ons toegelopen om ons 2 chocoladerepen te geven, ‘energie voor de dag’. Het tweede deel van de reis tot in Bern is minder zwaar en vliegt dus ook voorbij, mede dankzij de gesprekken die we al fietsend voeren en de uitzichten over wijngaarden, het meer en de rivier Aare. In Bern worden we onthaald door Karin en Markus, een super tof koppel dat met een tandem tot in Turkije is gefietst een aantal jaar geleden. We spenderen veel tijd samen, bezoeken het oude stadscentrum van Bern, beklimmen de Munster, en lachen er goed op los. Ik ben zo blij dat ik deze ontmoetingen, die zo een belangrijk deel hebben uitgemaakt van dit fietsavontuur, kan delen met zo een goede vriendin als Stien. Het is wel nog even stressen wanneer de pedaal van haar fiets afbreekt wanneer we op weg zijn naar de Flixbus halte, maar eind goed al goed. Danku Stienie voor deze mooie dagen samen!
Vanuit Bern volg ik de prachtige Aare Route die mij tot in het hartje van Zwitserland leidt. De uitzichten zijn constant postkaart-waardig en de fietspaden van zo een hoge kwaliteit dat ik iedereen aanraad om ooit hier eens te komen fietsen. Turquoise blauw water in combinatie met bergen en zon, it doesn’t get any better. Met muziek van Ludovico Einaudi in men oortjes vliegen de kilometers voorbij. Wanneer de avond valt en de regen en wind komen opzetten, vraag ik aan een mevrouw die buiten haar plantjes is aan het water geven of ik mijn tent in haar voortuin mag opzetten. Ze zegt eerst neen want de tent zou het gras plat duwen en dat wil ze niet omdat er zoveel insecten in leven. Sarcasme aanvoelen in Zwitsers-Duits is niet zo vanzelfsprekend en dus pols ik of ze misschien een mopje maakt? En dat bleek niet het geval te zijn; de mevrouw zit echt heel fel in met haar gras. Uiteindelijk lukt het me om haar te verzekeren dat het gras een aantal uur nadat ik weg ben terug rechtop zal staan, en mag ik mijn tent opzetten. Die avond draait de hendel van mijn gasvuurtje los waardoor ik het niet meer kan gebruiken en dus zonder avondeten kom te zitten. De mevrouw nodigt mij uit binnen bij haar om een tas soep te drinken. De portie die ik krijg bestaat letterlijk uit 3 soeplepels soep en daar moet ik het mee doen. Het is het gebaar dat telt, zeker?
Het caloriedeficiet zal ik de volgende dag voelen in mijn beentjes op de klim naar de Grimselpass op 2164 m. Ik vertrek wanneer de zon nog niet is opgekomen waardoor ik mijn adem zie condenseren en mijn vingers steeds witter rond mijn stuur komen te zitten. Gelukkig warmt en klaart het op en begint het landschap vorm te krijgen. Overal zijn er elektriciteitskabels en -masten en kabelbanen te zien, die voor mij de puurheid van de natuur wegnemen, maar eenmaal ik bovenaan kom zijn de uitzichten over de Alpen fenomenaal. Het kunstmatig stuwmeer is grijs-groenachtig en steekt prachtig af met de witte wolken die er dreigend overhangen. Nog iets hogerop is er een natuurlijk meer dat donkerblauw ziet en waarachter een ganse bergketen zichtbaar is. Het is nu wel duidelijk, elke keer ik in de bergen ben, voel ik mij zo gelukkig en springlevend. De ogen van de Nederlander die mij helemaal bovenaan aanspreekt, glunderen nog steeds wanneer hij mij vertelt over zijn fietsavonturen in de jaren 90 en 2000. Het kan niet anders dan dat dat bij mij ook zo zal zijn in de toekomst.
De afdaling van meer dan 40 km langs de Rhône brengt mij tot in het dal van Sion, dat er met 2 uitstekende rotsen waarop een kerk en kasteel zijn gebouwd, bovenuit steekt. De omliggende wijngaarden maken het plaatje helemaal af. Er zijn zoveel mooie dingen om te zien in de wereld! Via Martigny fiets ik verder tot in een nieuw dal met ontzettend veel tegenwind. Andere coureurs die mij voorbij steken wensen mij veel courage. Gelukkig kan ik die avond de tent opzetten in de tuin van een super tof koppel, van wie ik warme thee en zelfs een warme douche aangeboden krijg. Ik had nooit gedacht dat ik zo een gastvrijheid zou ervaren in West-Europa; hartverwarmend. Een bezoek om 8u ‘s ochtends aan de bekende (en 1500 jaar oude !) Abdij van Saint-Maurice met prachtige glasramen bezorgt mij de nodige rust om mijn fietstocht verder te zetten via de Lac Léman tot in Genève, waar ik de impressionnante Kathedraal van Saint Pierre bezoek. Cultuurele hoogdagen dus. Niets vermoedend spreekt er tijdens een van mijn pauzes een jonge Nederlander mij aan. Destin is 20 jaar oud, loopt stage bij CERN en heeft een eigen bedrijf als instrumentmaker. Over een interessante ontmoeting gesproken. De gastheer bij wie bij verblijft, vindt het helemaal oké dat ik mijn tent in zijn tuin opzet en zo komt er een einde aan mijn eerste solo fietsavontuur door Zwitserland, deze keer met uitzicht op de Franse Jura en de Rhône die vredig haar weg baant door de vallei.
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.