De tiendaagse tussenstop in de Franse Jura met Papa, Amy en Stijn is ideaal om mijn beentjes te laten rusten, mijn caloriedeficiet weg te werken, terug dichter bij mijn familie te komen en eindelijk opnieuw zusjespower en –liefde te voelen. De gesprekken die we voeren, lijken soms op een maatschappelijk debat op TV, ook al kunnen wij wel genieten van een prachtig uitzicht over de Valserhône vallei, met het zonnetje op ons gezicht en vergezeld door een prachtige kolibrievlinder. Nieuwe ervaringen creëren nieuwe inzichten die het vaak waard zijn om te delen en om af te toetsen aan de status quo. Ik besef dat mijn visie op de maatschappij en op de alledaagse ratrace de voorbije 8 maanden sterk is veranderd en dat het steeds moeilijker wordt om er mij in terug te vinden. Nieuwe wegen bouwen vraagt tijd, energie én liefde, en ik ben heel dankbaar dat ik hier zo open met mijn familie over kan praten. De laatste vier dagen spendeer ik met Papa in een prachtig klein chaletje in Lancrans, met sauna en zwembad. Ik neem hem mee op een paar fietstoeren om hem mijn dagelijkse realiteit te doen ervaren. Zijn beentjes zullen het geweten hebben, maar eenmaal een sporthart, altijd een sporthart!
Wanneer papa wegrijdt, terug naar België, zet ik koers richting de Alpen, met iets lichtere zakken, zonder kookspullen en zonder overtollige kleren, in een poging (nog) minimalistisch(er) te leven. Met een gemiddelde van ongeveer 90 km per dag fiets ik grotendeels in de regen via Annecy en Beaufort naar Bourg-Saint-Maurice, via de Col du Forclaz (nu weet ik waar Decathlon die naam vandaan haalt) en de Cormet du Roselend. Ik bouw een soort van immuniteit op tegen de regen en het lukt mij wonder boven wonder om zelfs in die toestand (dat betekent: doorweekte kleren, constant natte, verrimpelde voeten, aangedampte brilglazen, een gsm die niet meer werkt door water in de USB poort, water in de tent en een natte slaapzak) opgewekt en vrolijk te blijven. Ik vind vanbinnen een innerlijke kracht en energie die mij zo een zin geven in het leven. Ik heb zin om te dansen, te zingen, te springen, te fietsen, te lopen, te knutselen, te lachen, membranen maken, te lezen, te schrijven, te reizen. Alles tegelijk. Alles met gans mijn hart.
In Bourg-Saint-Maurice wil ik eigenlijk de oversteek maken naar Italië, via de Col du Petit Saint Bernard en dan de Col du Grand Saint Bernard, maar helaas zit het weer niet mee en ben ik genoodzaakt om rechtsomkeer te maken, terug naar Annecy. Deze keer neem ik de Cormet d’Arèches. Zonder enige twijfel één van de mooiste (en zwaarste) cols die ik deze reis heb gemaakt. De zon schijnt, de lucht is helder blauw, de koeien staan in de wei, de bergen schitteren. Al squattend (ik kon niet anders; er waren stukken bij van boven de 14%) geraak ik boven op 2170 m, met de laatste kilometers zigzaggend tussen de stenen. De afdaling tot in Beaufort is er ook eentje om U tegen te zeggen, met de Lac des Fées en prachtige uitzichten over de vallei. Vive les montagnes et vive le Tour. Op heel veel plaatsten waar ik ben geweest is de Tour deze zomer ook gepasseerd. Leuk om al die aanmoedigingen op de weg te lezen. Misschien is die Tour de France Femmes toch nog wel iets voor mij 😉
Ik kampeer deze dagen heel vaak in de natuur, in een poging om mijn angsten te overwinnen. Dat gaat moeizaam waardoor ik sommige nachten amper een paar uur slaap. Enge gedachten blijven door mijn hoofd spoken en de griezelige atmosfeer die de regen en het onweer creëren, helpt daar niet bij. Daarenboven doet mijn gsm het niet meer waardoor ik echt helemaal op mezelf terugval. Deze moeilijke momenten zorgen voor veel introspectie en wekken een soort van rebellie in mij op. Waarom ben ik zo bang wanneer ik alleen in een tent lig en minder wanneer Tim naast mij ligt? Betekent dat dat ik een man nodig heb om mij veilig te voelen en mij gerust te stellen? Is dit het resultaat van onze maatschappelijke opvoeding? Veel mannen spreken mij onderweg aan en geven mij zonder enige gêne hun mening over het feit dat ik alleen reis. Het is “onverantwoord”, “gevaarlijk”, “riskant”; “ik zoek problemen” – des te meer omdat ik “une belle jeune femme” ben. Ik heb een aantal hallucinante momenten mee gemaakt, zo out of this world dat ik het gewoon niet kon geloven. Dit is een realiteit waar ik zo van ontdaan ben, en die mij tegelijkertijd zo een energie geeft om alleen verder te reizen, om te tonen dat alleen als vrouw reizen wel mogelijk is, om mijn innerlijke kracht, onafhankelijkheid en doorzettingsvermogen verder te ontplooien.
Eenmaal terug in Annecy, fiets ik via Genève naar Yverdon-les-Bains en Bienne en vier onderweg mijn 10 000ste kilometer. Wat een fantastisch gevoel! Aan alle mensen die mij ooit hebben gezegd dat ik niet kon fietsen: tijd om jullie mening te herzien! Ik zou er zo nog 10 000 km kunnen bij doen. Het idee om de Trans-Siberische trein tot Vladivostok te nemen en dan terug naar België te fietsen, spookt nog steeds door mijn hoofd. In Basel komt Tim mij voor een kort weekendje vergezellen en genieten we van deze aangename stad met een trainingsloopje langs de Rijn voor Tim’s halve marathon die nog voor Antartica gepland staat.
Vanaf dan is het de Rhein-Radweg volgen, deels in de regen, deels met tegenwind, (heel af en toe met zon zodat ik toch een paar foto’s kan maken), maar vooral met veel gedachten over welke weg ik uit wil, wie ik wil zijn en hoe ik mijn steentje kan bijdragen aan deze wereld. De podcasts van Le Cœur sur la Table (een echte aanrader), van Oprah, Brené Brown en Marshall Rosenberg, houden mij hierbij gezelschap. In Breisach Am Rhein slaap ik een nachtje op beton tussen de mobilhomes en bezoek ik ’s ochtends vroeg de St. Stephansmünster, een iconische kathedraal die uitgeeft op de Rijnvallei. Tegenwoordig laad ik mijn gsm op in publieke WC’s (waar ik ook soms voor de regen schuil) en eet ik enkel koud eten omdat ik mijn vuurtje al had terug gestuurd naar België. Vrij rudimentair dus, maar tegelijkertijd ook zo bevrijdend. Iets voor Strasbourg komt er plots een vrouw naast mij fietsen die mij vraagt wat ik aan het doen ben, en mij haar fiets- en reisdromen toevertrouwd. Op nog geen 5 minuten hebben we een enorme click en nodigt ze mij uit bij haar thuis. Joëlle heeft zelf alleen de wereld rondgereisd en vertelt mij over haar avonturen, haar rebellie, haar manier van leven in een wereld waarvan ze de waarden en normen niet deelt. In een zekere zin doet ze mij denken aan mezelf, maar dan een aantal jaar ouder, met meer levenswijsheid en –ervaring. Deze ontmoeting maakt zoveel in mij los, inspireert mij om het leven te leiden dat ik zelf wil leiden, dingen te doen die mij gelukkig maken, om mijn hart te volgen.
Vanuit Straatsburg fiets ik rustig verder naar het natuurpark Pfälzerwald in het zuid-westen van Duitsland, waar ik stomverslagen de prachtige roze rotsformaties ontdek. Precies of ik een aller-retour ticket naar Brice Canyon in de VS heb gewonnen. Een echt pareltje natuur! Ik stop op verschillende plekken voor een aantal macrofoto’s van planten en insecten te maken in dit prachtig onderhouden reservaat. Iets verderop ontmoet ik Manfred, een gepensioneerde dokter van 79, die mij helpt te navigeren door het perfect onderhouden fietsnetwerk van de deelstaat Rheinland-Pfalz. Tijdens de 20 kilometer die we samen fietsen vertelt hij me doodnormaal dat hij al 67 000 km heeft gefietst met de fiets waarop hij nu zit. 67 000 km. Mijn mond valt er nog steeds van open. Ook heeft hij net een nieuwe Apple PC geconfigureerd omdat hij Windows beu was. En dat op zijn 79. Daarvoor wil ik ook wel tekenen!
Wanneer ik aankom in Neukirchen komt de regen opzetten, valt de avond en heb ik geen slaapplaats. Ik vind nergens een plekje om mijn tent op te zetten. Het is eigenlijk altijd een slecht idee om bij valavond in een stedelijke omgeving een plek te zoeken… Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen zeggen ze dan. Too bad, ikke wel! De vibe die in de stad hangt doet mij niet op mijn gemak voelen dus beslis ik van verder te fietsen tot ik terug wat meer op het platteland ben. Ik kom aan in Wiebelskirchen, het eerst volgende dorp, rond 20h30 in de gietende regen. Niemand op straat. Op die momenten vraag ik mij af wat ik in hemelsnaam aan het doen ben. De eerste persoon die ik op straat zie is een oudere vrouw waaraan ik vraag of ik mijn tent in haar tuin mag opzetten. Zonder succes; ze heeft geen tuin. Maar ze raadt mij aan om aan te kloppen bij nummertje 28, wat ik uiteindelijk doe, ook al is dit ver uit mijn comfortzone. Helaas ook zonder succes; er zijn renovatiewerken bezig in haar tuin. Ze zegt dat ik beter de straat af ga en bij mensen aanbel. Ondertussen is het 9 uur ’s avonds en sta ik daar in de regen, in het donker, in mijn short, met mijn cap over mijn helm en beregende brilglazen. De meneer van het 4e huis waar ik aanbel, laat mij uiteindelijk mijn tentje opzetten in de tuin. Een paar minuten laten komt zijn vriendin naar beneden en stelt mij een warme douche voor. Die momenten zijn goud waard.
Met doorweekte schoenen en verrimpelde voeten zet ik mijn weg verder richting Trier. Onderweg, in de bossen kom ik Steffi tegen, een enthousiaste dame die aan het geo-catchen is op haar elektrische fiets. We fietsen een twintigtal kilometer tot in Hermeskeiler, waar we samen een theetje drinken en ze mij vertelt over hoe belangrijk het is om dingen te doen in het leven waar je gelukkig van wordt. Weer een verrijkende ontmoeting. De Duitsers hebben een goede indruk op mij gemaakt, en al een geluk want binnenkort zal Duitsland mijn nieuwe thuis zijn. Ook in Trier heb ik een toffe ontmoeting met Warmshowers-hosts Anke en Nico. Een chille avond op de zetel met als terugkerend topic: “if you wanna go and pick kiwi’s, go and pick kiwi’s !” De volgende dag Trier bezoeken is onmogelijk omwille van opnieuw pletsende regen. Gelukkig zijn de fietspaden hier zo goed aangeduid dat ik mijn gsm veilig opgeborgen kan houden. Ik volg de rivieren de Moesel, de Sauer, de Prüm en de Enz. Rond valavond ben ik in Arzfeld, waar ik uiteindelijk de nacht zal doorbrengen in een oude, gerenoveerde treinwagon. De naam van de eigenaar ben ik vergeten, die van zijn twee honden niet: Fritz en Sisi. Fritz zit op zijn gemak op een hertenpoot te knabbelen wanneer ik een theetje voorgeschoteld krijg met pup Sisi op mijn schoot. De situatie wordt opgehelderd wanneer de man mij vertelt dat hij jager is. “Een jager kan zonder een vrouw, maar niet zonder een hond” wordt mij toevertrouwd. Met trots toont hij mij het elandgewei dat hij zelf geschoten heeft toen hij in Canada was.
Iets voor Sankt Vith steek ik de volgende dag met bevroren voeten de Belgische grens over; een moment dat ik niet snel zal vergeten. De tranen vloeien over mijn wangen. Ik heb nog zin om verder te reizen, zin om de wereld te blijven ontdekken. Ik voel mij zo goed op de fiets. Ik wil antwoorden vinden op bepaalde existentiële vragen die ik mij momenteel stel en denk dat reizen daar een ideale manier voor is. Die avond zie ik Tim in Eupen en trakteren we onszelf op een restaurantje en een kampeernacht op een gesloten camping. De twee dagen die we samen fietsen gaan niet vooruit: constante tegenwind, heuvelachtig landschap, mensen die schreeuwen dat we op het fietspad moeten fietsen in plaats van op de weg… Ongelofelijk hoe je een verandering in atmosfeer zo fel kan ervaren. Maar gelukkig zijn er ook goede zielen in België: in Waremme kloppen we aan bij het Kasteel van Longchamps waar François-Xavier en Chantal ons met open armen ontvangen. We kunnen onze ervaringen uitwisselen met hun dochter die eerder dit jaar ook een fietstour tot in Frankrijk heeft gemaakt. Verse lakens, een warme douche, een kamer voor ons alleen. Op hotel zonder op hotel te zijn, puur en alleen dankzij de gastvrijheid van deze familie. Deze momenten zijn zo hartverwarmend. Ik had mij geen mooier cadeau kunnen inbeelden om mijn laatste nacht van dit 11 000 km avontuur af te sluiten.
Het is pas onder de Cinquantenaire in Brussel dat ik besef dat dit avontuur erop zit. 261 dagen onderweg. Van België naar Frankrijk naar Italië naar Griekenland naar Turkije naar Georgië naar Oekraïne naar Roemenië naar Italië naar Zwitserland naar Liechtenstein naar Oostenrijk naar Duitsland naar Zwitserland naar Frankrijk naar Zwitserland naar Duitsland naar Luxemburg naar Duitsland en dan uiteindelijk terug naar België. In Hoeilaart word ik opgewacht met open armen en luisterende oren. Ik kom binnen met natte kleren, tranen in mijn ogen, een glimlach op mijn gezicht en een hart vol prachtige herinneringen en ontmoetingen.
We shall not cease from exploration
And the end of all our exploring
Will be to arrive where we started
And know the place for the first time
T.S. Eliot
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.