We komen aan in Bastia om 8u ‘s ochtends in de volle zon en dit zonder enige politie- of covidcontrole. YES! We made it to Corsica! De Info Touristique vertelt ons dat er een fietsroute bestaat, de GT-20 (naar analogie met de bekende wandelroute GR-20), die min of meer dezelfde weg volgt als wij in gedachte hadden. Ideaal dus. We springen op onze fietsen en genieten van dit nieuwe landschap. Sommige dorpen zijn niet meer dan een paar huizen groot en staan aangeduid in het Frans en in het Corsicaans (maar vaak is enkel de Corsicaanse naam leesbaar omdat de Franse werd doorstreept door de onafhankelijkheidsbeweging). De natuur is wild en wordt gedomineerd door de tamme kastanjeboom en wilde olijvenbomen, met hier en daar kleurrijke mimosa’s, Barbariaanse vijgenbomen, allerlei soorten aloës en asphodelia’s.
Wie Corsica zegt, zegt zee en bergen, en inderdaad, onze benen zullen het geweten hebben! We worden voorbijgestoken op een helling door een oude Papy van 82 jaar op zijn elektrische fiets, die ons aan de top opwacht. Philippe blijkt Belgische roots te hebben en vindt het fantastisch dat we met de fiets door Corsica reizen, waardoor we op nog geen 3 minuten een slaapplek te pakken hebben. En niet zomaar eentje: aangezien Philippe de zetel tegenwoordig comfortabeler vindt dan zijn bed, hebben we de eer om in zijn slaapkamer te slapen. Over gastvrijheid gesproken! Philippe heeft zijn ganse leven op grote cruiseschepen gewerkt als kuisman of ober en beleeft nu la Dolce Vita op Corsica, omringd door zijn broers en zussen die allemaal in hetzelfde dorp wonen. Gepakt en gezakt met een extra kilo mandarijnen uit zijn tuin, en volgende gouden raad: “il faut profiter dans la vie, c’est ça ce qu’il faut faire, profiter”, zetten we onze tocht verder richting het noordoosten.
We komen boeren tegen die wilde olijven plukken en ons vertellen dat de westkust pas het echte Nirvana is. Gelijk hebben ze. Na een klim van 8 km worden we beloond met een fenomenaal uitzicht op de westerse kustlijn, met in de verte zelfs besneeuwde bergtoppen. Zee en bergen, het heeft toch iets magisch… De D-80 neemt ons al zigzaggend mee naar boven en naar beneden, over perfecte asfalt, onder stralende zon en zonder tegenliggers. We beleven de tijd van ons leven! De dorpjes onderweg naar beneden zijn pittoresk maar helaas niet tent-vriendelijk omwille van de helling. Na een afdaling van 6 km zetten we onze tent op op het strand van Farinole terwijl we genieten van een adembenemende zonsondergang. Het lijkt wel of de bergen in brand staan.
Vanaf Saint Florent rijden we meer het binnenland in, richting de besneeuwde bergtoppen. Sommige rotsformaties doen ons denken aan Les Dentelles de Montmirail in Frankrijk. We worden begroet door Mariabeeldjes langs de weg en zien vandaag meer geiten dan auto’s. Onze drinkbussen vullen doen we met bergwater terwijl stokbrood met peanut butter jelly (thank you American friends for sharing this delicacy with me) onze dagelijkse bron van energie is. Een lange afdaling brengt ons naar het strand van Lozari, waar we onze tent opzetten in de cabine van de lokale surfschool en ‘s avonds een sterrenhemel zien om U tegen te zeggen. De volgende dag is het doorfietsen tot in Calvi langs een drukkere weg met minder mooi weer. Een pizza’tje, een warme douche, 2 nachten in een bed en een rustdag zijn welgekomen!
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.
La suite, la suite!
Magnifique !