La Sardegna

Ciao ciao zeggen vanop de fiets is onze nieuwe favoriete bezigheid! Leve het Italiaans dat we maar voor 50% begrijpen maar toch proberen spreken, wat vaak uitdraait op een (begrijpelijke) mix van Frans, Spaans en Portugees. Als je maar durft! In Alghero laat Tim zich verleiden door de lokale bakster van Al Forno met zoetigheden typisch voor Carnaval, mini focacia broodjes, pikante olijfolie en 500 g echte Italiaanse pasta. Goed voor één dag fietsen, en wat voor één: 45 km met 900 hoogtemeters en stukken van 10%. Onze quadricipiti hebben weeral afgezien, maar de route was zo mooi dat we de inspanning op sommige momenten vergaten en met mond open genoten van de kustlijn tussen Alghero en Bosa. De vliegjes zullen het geweten hebben… Een fonteintje langs de weg is welgekomen voor een verfrissende douche en een wasbeurt van de fietsbroeken. Met ondergaande zon beginnen we aan de afdaling en vinden we een magische plek voor de tent, tussen de rotsen opgefleurd door kortstmossen en bergplantjes én met uitzicht op zee.

Enkel de wind heeft roet in het eten gegooid voor een goede nacht en was helaas ook de volgende dag niet gaan liggen. Opnieuw 600 hoogtemeters voor de boeg, en deze keer dus met tegenwind. Geen lachertje! Kleine wegen met appelsienenbomen links, kilometers olijfbomen rechts en velden vol met gele bloemmetjes (Bermuda buttercups en raapzaad, voor de geïnteresseerden) verwelkomen ons in de agrarische regio van Sardinië. Er was ons een prachtige afdaling naar het spiaggia (strand) van Santa Catarina beloofd, maar helaas pindakaas, wegens rukwinden tot 80 km/h zijn we genoodzaakt om naast onze fiets naar beneden te stappen. Bummer! Als schuilplaats voor de nacht zetten we onze tent op onder een afdak van een lokaal restaurant op het strand, zo goed als mogelijk uit de wind. Ik moet jullie niet vertellen dat we die nacht geen oog hebben toegedaan en we ‘s ochtends opstonden met weggevlogen blikjes en vuilnis rondom de tent.

De wind was niet van plan om ons te verlaten en beukte nog een dag tegen ons in, deze keer richting de Peninsola del Sinis, gekend voor ruïnes daterend van de 8e eeuw BCE. Door de dreigende lucht komen de kleuren van de zee, de rotsen, de begroeiing en de korstmossen prachtig uit. Wat een kleurenpalet!  Op de weg daarnaartoe passeren we via San Salvatore, een dorp met een kerk waaronder zich een bron van heilig water bevindt. Mensen kwamen vroeger naar dit kuuroord toe (en nu misschien nog steeds? we konden het aan niemand vragen want er was geen levende kat) om zich te laten genezen. Over genezen gesproken, na 1700 km zijn al onze kleine en grote bobo’tjes van de kaart en hopelijk blijft dat zo!  Een koffietje en theetje in Cabras geeft ons de moed om nog 20 km verder te fietsen, voorbij Oristano en haar industriële haven. Blijkbaar zijn hier in de zomer veel Duitse toeristen of zien wij er heel Duits uit want we worden meerdere malen aangesproken met ‘Wie geht’s?‘. Mijn Duitse looks krijgen alleszins een lelijke deuk want ik verlies onderweg mijn regenjas… losgekomen en weggewaaid door de felle wind. Onze kampeerplek is vannacht ook iets minder romantisch en transformeert zich ‘s ochtends zelfs in een echt muggenparadijs. Die muggen hadden waarschijnlijk al meer dan een jaar geen mens meer gezien en waren dus niet van plan ons zomaar te laten vertrekken. Zelfs door 3 lagen heen werden we gestoken. Enige voordeel: onze tent was nog nooit zo snel opgeruimd.

We zetten onze fietstocht verder naar Arborea, stadje gesticht door de Fascisten in de jaren ’20 op…. drooggelegde moerassen. We begrijpen nu vanwaar de muggen kwamen. Tim laat zich nogmaals verleiden door lekkernijen bij de lokale bakkerij. Hier verkopen ze geen koekjes per stuk, maar per plateau. Genoeg koekjes voor 2 dagen dus! We fietsen onder stralende zon door uitgestrekte landbouwvelden en krijgen een privé initiatie van een boer over hoe een artisjok te pellen en rauw op te eten. We zitten dan ook midden in het seizoen van de artisjok, venkel en appelsien. Heerlijk om zo een vers fruit en groente te kunnen eten in februari! In Villacidro gunt de zon ons nog een prachtig uitzicht over de centrale vlakte van Sardinië. We kloppen aan bij mensen thuis om onze tent op te zetten maar zonder succes. Dan maar in de velden. Geen goed plan zo blijkt de volgende ochtend wanneer we wakker worden door 3 grommende honden, die eerst aan de andere kant van de omheining staan en dan plots rond de tent. We zien hun snuiten onder het buitenzeil van de tent tevoorschijn komen. Onnodig om te zeggen dat we allebei niet op ons gemak waren (licht uitgedrukt). Tot overmaat van ramp bevorderen de appelsienen van de voorbije dag de vooruitgang van de achteruitgang, maar naar buiten gaan is onmogelijk wegens de nog steeds aanwezige blaffende honden. Dan maar half uit de tent. Ik bespaar jullie de details van dit tafereel. Uiteindelijk komt een boer ons te hulp en laten de woeffies ons met rust. Wat een begin van onze laatste dag in Sardinië!

Op onze weg naar Cagliari worden we vergezeld door Marco de carabinieri (politieman) op een fiets van 6 kg, een Specialized S-works, met een prijskaartje van 2x een Fiat 500, en momenteel de enige in Sardinië. Wielrennerfanaat tot op het bot, deelnemer aan Milaan-San Remo, en kenner van alle koersen in België, van Kuurne-Brussel-Kuurne tot de Flèche Brabançonne. Als kers op de taart: de achtergrond van zijn gsm is een foto van de kasseien van de muur van Geraardsbergen. We doen ons best om hem bij te houden, maar zelfs met onze getrainde quadricipiti is 40 kg vs. 6 kg geen eerlijke concurrentie! Hij heeft ons alleszins wel sneller naar Cagliari gebracht waardoor we nog een bezoekje aan de oude stad kunnen brengen en een ijsje kunnen eten alvorens op de boot naar Napoli te stappen. Arrivederci Sardegna!

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.

1 Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.