Mesopotamië

De zeer vruchtbare regio tussen de rivieren Eufraat en Tigris ontdekken we in de volle zon, bij 35 °C, ik met lange broek en lange mouwen uit respect voor de lokale cultuur. De uitzichten over de Atatürk Baraj, een gigantische dam gebouwd om hydro-energie op te wekken, zijn fenomenaal, of toch ten minste wanneer je de nadelige gevolgen van zo een dam op de rondomliggende ecosystemen wegdenkt. We proberen de grotere wegen steeds meer te ontwijken, en zo komen we terecht in de fin fond van Mesopotamië, waar er meer koeienstront op de weg ligt dan er auto’s rijden. De Turken hier identificeren zich steeds meer als Kurden, en maken ons dat duidelijk door een wolfsymbool na te doen met hun handen. Onze rustige kampeerspot aan het water van de Eufrat blijkt een hippe plek te zijn om te komen vissen, met als gevolg dat we ‘s nachts gewekt worden door gemanoeuvreer van auto’s en camionnettes op geen 10 meter van de tent. Met kleine oogjes zien we om 7u ‘s ochtends vrolijke vissers dansen op Kurdische muziek met een vislijn in de hand. Ambiance gegarandeerd!

Aline en Florian, 2 Zwitserse anesthesisten, fietsen de komende 2 weken langs onze zijde op hun stoere MTBs. Tim en ik doen een poging om hen te volgen op de kleine gravelweggetjes door de oneindige tarwevelden, wat bij Tim al wat beter lukt dan bij mij. Nadat een boer ons vertelt over de dodelijke slangen die er in deze regio zitten, ligt mijn tempo plots een stuk hoger, en kom ik met olifantenstappen de tent uit om deze glibberige wezens op afstand te houden.

We kunnen weer genieten van de Turkse gastvrijheid, en maken deze keer zelfs een heus verkleedfeest mee. Ik moet wel eerst een aantal jurken testen om te vermijden dat er teveel water in mijn kelder staat. De kledij is hier duidelijk niet afgestemd op vrouwen groter dan 1 meter 80… Tim krijgt een totale make-over met sarouel en tulband, en kan nu voorgoed als Kurd door het leven. Uit het niets komt een man opgedoken met een traditioneel muziekinstrument en laat zich helemaal gaan. Aline en ik krijgen een lokale dans aangeleerd, maar af en toe moeten we toch onze oren dichtknijpen omdat het geluid zo schel is. We doen een poging om de baba van de familie mee aan het dansen te krijgen, maar tevergeefs. Het is en blijft een ‘yok, yok‘, met handen de lucht in, hoofd naar achter en een kordate tsk.

Op onze weg naar Şanlıurfa (ook Urfa genoemd, door de coolio’s) houden we halt bij Göbeklitepe, het oudste gekende tempelcomplex ter wereld, daterend van 11 500 BCE (!). Er wordt gezegd dat hier de oorsprong van de landbouw ligt (incl. Harari in zijn boek Sapiens). Ik laat tussen midden of dit iets positiefs of negatiefs is. De Turken zijn er alleszins heel trots op en er wordt serieus geïnvesteerd in de toeristische infrastructuur, met hippe techno als achtergrondmuziek van de tentoonstelling. We fietsen Şanlıurfa binnen in de blakende hitte en zijn blij dat de smalle straatjes van de oude binnenstad ons afkoeling bieden. De huizen uit kalksteen zijn hier prachtig versierd, en hier en daar zien we nog een paar kruisen hangen; overblijfsels van de christelijke kruistochten. We profiteren van het multiculturalisme om echte falafels en hummus te gaan eten bij een Syrisch restaurant, en sluiten af met een typisch Turkse Künefe, een warm gebak gevuld met kaas en gedrenkt in een mierenzoete suikersiroop. Al een geluk dat we zoveel fietsen!

Vanuit Şanlıurfa nemen we een bus naar Mardin om een monotone, gevaarlijke snelweg van 180 km in woestijnachtige omstandigheden te vermijden. De mensen aan de kassa waren duidelijk niet op de hoogte van de maximale bezetting van de bus, en dus is het duwen en trekken om de fietsen in de koffer te krijgen. We moeten ingrijpen wanneer de buschauffeur met zijn volle gewicht Tim’s frame erin duwt. Metaal geeft (helaas ?) nog altijd niet zo goed mee. Uiteindelijk komen wij en onze 4 fietsen er zo goed als ongedeerd uit en zijn we klaar om ons te laten verleiden door de magie die Mardin, een voormalig checkpoint van de Romeinse soldaten, in petto heeft. Vanuit het dak van het appartementje dat we huren, zien we in de verte, op nog geen 20 km, Syrië liggen en kunnen we ‘s avonds genieten van tientallen vliegers aan de horizon. In Mardin wonen Kurden, Turken en Arabieren vredevol samen in een netwerk van kleine straatjes die allemaal uitmonden op de hoofdstraat, waar er Syrische koekjes, zeep van Aleppo, gedroogd fruit en Syriacse wijnen verkocht worden. De huizen en religieuze gebouwen zijn hier met zo een detail versierd dat de ganse oude stad wel een open-lucht museum lijkt. Een echt plezier voor het oog! Het volleybalveld in de tuin van een kerk was voor mij stiekem een ander hoogtepuntje.

Vanuit Mardin zetten we koers richting Tatvan op vaak onverharde wegen met heel wat hoogtemeters. We zwemmen in de Tigris om afkoeling te vinden en worden om de haverklap uitgenodigd door de locals voor çay of kahvalte, zo ook door een familie die zodanig groot is dat ze een volledig appartementcomplex bewonen. Tim speelt frisbee met de kindjes in de straat, terwijl wij non-stop eten aangeboden krijgen. Voor zij die zich afvragen of dat onze frisbee is, het antwoord is: evet, ja! Sinds 2 maanden maakt deze ingenieuze vliegende schijf deel uit van onze bagage als light weight snijplank, bord en schotel! Een aanrader! De regio van Batman (zalige naam om een stad en provincie naar te noemen) wordt gekenmerkt door Pump Jacks om aardolie uit de grond te winnen, evenals de zwarte drek en scherpe geur die ermee gepaard gaan. Gek om door zo een landschap te fietsen na er aan de unief 2 jaar les over te hebben gekregen, maar nooit zo een pomp in het echt te hebben gezien. Wat ons opviel was de afwezigheid van de grote petrol bedrijven op deze sites, wat ons doet vermoeden dat de Turkse staat ze bezit.

We zijn genoodzaakt om onze route naar Lake Van aan te passen wegens te grote kans op “terrorisme”. Het is tot op vandaag onduidelijk of ze de PKK bedoelen, of beren, slangen en wolven, maar we willen geen onnodig risico’s nemen en dus blijven we in het dal en laten we de prachtige bergen voor wat ze zijn. Een poging om een licht hemdje te kopen om mijn huid te beschermen tegen de zon (en wat minder te zweten dan in mijn capilene baselayer) komt snel tot een einde wanneer de verkoper mij zegt dat hij enkel hemden aan mannen verkoopt. Als weerwoord probeer ik het concept van unisex uit te leggen, maar dat valt niet in goede aarde. Tant pis! Dikke koeien, pistache- en vijgenbomen vergezellen ons tot aan het meer van Van op 1600 meter boven zeeniveau, een echt pareltje, waar we verfrissing vinden. We zetten onze tenten op aan de rand van het meer en hebben instant een vakantiegevoel. Ja, dat bestaat, een vakantiegevoel op reis!

Door de euforie van het behalen van mijn postdoc beurs vliegen we op de krater van de Nemrut Vulkaan, waarin meerdere meren liggen en ongeveer 40 wilde beren wonen. Niets beters om mijn sporthart en membraanliefde te vieren dan met een inspanning van 1400 D+! De locals vierden spontaan mee door mij high fives te geven en mee yes te roepen. Wat een prachtige mensen, die Turken! Op zo een moment is het contrast met België zo groot en vraag ik mij af of ik mijzelf niet eerder in zo een joviale, warme, openhartige cultuur zie wonen dan in het individuele Westen… Vooraleer onze eerste bbq van het jaar op te zetten, maken we nog een avontuur mee in de douche. Deze keer is het water niet te koud, maar te heet, geschat op net onder 70 graden, of alleszins heet genoeg om onze handpalmen lichtjes te verbanden. Hun waterreservoirs die opgewarmd worden door de zon zijn duidelijk zeer efficiënt! Oplossing? Heel simpel, een bak met koud water van het meer verdunnen met water uit de douche. Met 5 L elk kwamen we toe. Direct ook een reality check met hoe weinig water je lekker kan douchen!

Travelers' Map is loading...
If you see this after your page is loaded completely, leafletJS files are missing.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.